Wie beslist over het GLB?

Het besluitvormingsproces achter het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kan van buitenaf complex en overweldigend lijken. Laten we het stap voor stap bekijken om te laten zien dat het eigenlijk eenvoudiger is dan het lijkt.

De Europese Commissie

Het proces begint bij de Europese Commissie. Zij analyseert de behoeften van landbouw en plattelandsontwikkeling, raadpleegt deskundigen en belanghebbenden en stelt vervolgens een wetsvoorstel op voor het volgende GLB. Dit voorstel bepaalt hoe de EU-landbouwgelden worden verdeeld, hoe het beleid inspeelt op de behoeften van landbouwers, welke regels zij moeten volgen om steun te ontvangen en hoe duurzaamheids- en plattelandsdoelstellingen worden geïntegreerd.

Voorafgaand aan het voorstel voert de Commissie doorgaans een effectbeoordeling uit om de verwachte economische, sociale en milieu-impact van verschillende beleidsopties te analyseren. Publieke raadplegingen maken vaak deel uit van deze fase, waardoor burgers, landbouwers, ngo’s en jongeren hun mening kunnen geven.

Zodra het voorstel klaar is, wordt het ingediend bij de Raad van de Europese Unie (de Raad) en het Europees Parlement, de zogenaamde medewetgevers.

De Raad en het Europees Parlement

De Raad en het Parlement bestuderen het voorstel, elk volgens hun eigen procedure.

Bij de Raad wordt het voorstel eerst besproken in de Werkgroep Horizontale Landbouwvraagstukken, bestaande uit nationale deskundigen van alle lidstaten. Daarna gaat het naar het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (COREPER I), waarin de plaatsvervangende permanente vertegenwoordigers in Brussel het voorstel voorbereiden. COREPER I bereidt het dossier vervolgens voor op de Raad Landbouw en Visserij (AGRIFISH), waar de nationale landbouwministers formeel het standpunt van de Raad aannemen. COREPER I kan amendementen voorstellen om nationale prioriteiten mee te nemen en de samenhang van het GLB binnen de EU te waarborgen.

Het standpunt dat door AGRIFISH wordt aangenomen, vormt de basis voor de onderhandelingen met het Parlement tijdens de trilogen.

Bij het Parlement wordt het voorstel toegewezen aan de Commissie Landbouw en Plattelandsontwikkeling (AGRI). De commissieleden bespreken het voorstel, dienen amendementen in en stemmen over een ontwerprapport. Nadat dit is goedgekeurd, wordt het naar de plenaire vergadering gestuurd, waar het volledige Parlement stemt om zijn positie voor de onderhandelingen met de Raad vast te leggen.

Trilogen – onderhandelen over het GLB

Trilogen zijn informele onderhandelingen tussen de Commissie, de Raad en het Parlement om hun standpunten dichter bij elkaar te brengen. Ze kunnen plaatsvinden in elke fase van het wetgevingsproces om de goedkeuring van het GLB te versnellen.

Als er een akkoord wordt bereikt, gaat het voorstel naar de plenaire vergadering van het Parlement voor een stemming en vervolgens naar de Raad Landbouw en Visserij (AGRIFISH) voor formele goedkeuring.

Als er geen akkoord komt, gaat de procedure verder en kan, indien nodig, een bemiddelingscomité worden bijeengeroepen om de resterende geschilpunten op te lossen.

De lidstaten – het beleid in praktijk brengen

Na de Europese goedkeuring zet elke lidstaat het GLB om in de praktijk via zijn Nationaal Strategisch Plan (NSP). In dit plan wordt bepaald hoe het land zijn aandeel van de EU-middelen besteedt, afgestemd op de specifieke nationale behoeften.

De Europese Commissie beoordeelt en keurt elk plan goed om te verzekeren dat het aansluit bij de doelstellingen van het GLB. Indien nodig kan Brussel aanpassingen verzoeken om de naleving en samenhang te waarborgen.

Burgers en landbouwers

Het GLB wordt niet alleen door instellingen bepaald. Landbouwers, burgers, ngo’s en plattelandsorganisaties beïnvloeden het beleid door middel van consultaties en belangenbehartiging. Hun bijdrage helpt om het GLB af te stemmen op economische realiteiten, milieudoelen en maatschappelijke behoeften.

Kortom…

De Commissie stelt de voorstellen op, de Raad en het Parlement bestuderen ze, brengen waar nodig wijzigingen aan en stemmen over het definitieve resultaat. Vervolgens zetten de lidstaten het beleid om in de praktijk.

Het GLB kan misschien bureaucratisch lijken, maar het besluitvormingsproces is vooral gericht op het vinden van een evenwicht: tussen Europese en nationale prioriteiten, tussen voedselzekerheid en duurzaamheid, en tussen traditie en innovatie.